Ben jij ook een Ferrari?
Zoon: “Ik wil niet naar de Cnopiusklas, ik vind het daar niet leuk”
De Cnopiusklas is de boven schoolse lesvoorziening voor hoogbegaafde kinderen waar je heen mag als is aangetoond dat je een IQ van 130 of hoger hebt. Als ik doorvraag blijkt het ook voor een deel te liggen aan het feit dat hij wordt uitgedaagd en meer zijn best moet doen. Lekker in zijn comfortabele hangmat hangen, zoals in zijn basisschool klas, is er bij de Cnopiusklas niet bij. Als hij al een schijnbeweging richting hangmat maakt, heeft zijn juf dit direct door. Dit botst natuurlijk een beetje met zijn autonomie.
Snelheid
Ik: “Wat gebeurt er met een Ferrari als je daar alleen maar 30km/u mee gaat rijden?”
Zoon: “Dan gaat hij kapot”
Ik: “Kapot?”
Zoon “Ja, als je dan opeens wel hard wil rijden dan kan hij dat niet meer, dan is hij kapot”
Ik: “Dan is hij eigenlijk vergeten dat hij hard kon rijden?”
Zoon: “Ja”
Ik: “Jouw hoofd is zo’n Ferrari!
Ik: “De basisschool kan jou wellicht zeg maar 30km/u laten rijden maar heel veel harder niet en het is noodzakelijk dat je harder gaat. Daarom zit je in de Cnopiusklas en wil juf niet dat je daar in je hangmat hangt.
Zoon: “Ooo dus daarom”
Bittere noodzaak
Voor hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde kinderen is het noodzakelijk dat we hun hoofd uitdagen en in beweging houden. Dit is geen optie maar bittere noodzaak. Vaak zien we dat scholen de kinderen na het reguliere schoolwerk hun verrijkingswerk aanbieden. Voor het kind kan dit voelen als een soort straf, immers als de anderen klaar zijn is hij / zij nog met het extra werk bezig. Het recept moet dan ook zijn, reguliere werk 𝒄𝒐𝒎𝒑𝒂𝒄𝒕𝒆𝒏 en 𝒗𝒆𝒓𝒓𝒊𝒋𝒌𝒊𝒏𝒈 aanbieden. En wat die verrijking dan inhoudt kan per kind verschillen. Daarnaast blijft het belangrijk dat je het kind wel uitleg en begeleiding geeft over het verrijkingswerk. Het is een misvatting dat hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde kinderen geen uitleg nodig zouden hebben maar in de praktijk zien we het helaas nog te vaak.
Double punishment
Vaak zien we dat kinderen die lage schoolprestaties, CITO scores behalen en/of in hun gedrag en werkhouding negatief afwijken geen verrijking krijgen. School wil dan eerst een verbetering zien in die prestaties, scores, gedrag en/of werkhouding. Dit voelt als 𝒅𝒐𝒖𝒃𝒍𝒆 𝒑𝒖𝒏𝒊𝒔𝒉𝒎𝒆𝒏𝒕. Aan de ene kant wordt het hoofd niet in beweging gezet middels verrijkingsmateriaal met als gevolg een bepaald gedrag en aan de andere kant leidt datzelfde gedrag ertoe dat je geen verrijking krijgt.
Maar wat zijn dan de gevolgen
Houden we dat hoofd niet in beweging of dagen het niet uit dan kan dat gevolgen hebben. Dikwijls gaat een kind onderpresteren, dobbert het mee op de gemiddelde golven van zijn / haar basisschool klas of duikt daaronder en vergeet dus daadwerkelijk dat het meer in zich heeft. Vergeet het zijn / haar kwaliteiten en capaciteiten. En je als kind je kwaliteiten en capaciteiten vergeet, dan kan je faalangst ontwikkelen, dan kan je onzeker worden, in je schulp kruipen of juist opstandig worden omdat je geen gas kan geven maar voelt dat je harder wilt. Waar je als kind de capaciteiten hebt om tot grote hoogtes te vliegen komt er helemaal niks meer uit.
Richting de toekomst
Ik lees het wel vaker, deze kinderen kunnen wij als samenleving voor onze toekomst zo goed gebruiken. Ze zijn zo kleurrijk en zo divers, denken vanuit een totaal anderen invalshoek. En daar zit hem dan ook de uitdaging voor het reguliere onderwijs. Passend onderwijs betekent passend voor iedereen. Maar zoals elk kind, elke persoon verschillend is, zoveel verschillende hoogbegaafden zijn er ook. Wat voor de één werk, loopt bij een ander helemaal spaak. 𝑯𝒐𝒆 𝒉𝒂𝒂𝒍 𝒋𝒆 𝒆𝒓 𝒏𝒐𝒖 𝒖𝒊𝒕 𝒘𝒂𝒕 𝒆𝒓 𝒊𝒏 𝒛𝒊𝒕?!
𝑽𝒐𝒐𝒓 𝒔𝒄𝒉𝒐𝒐𝒍 𝒈𝒆𝒍𝒅𝒕; compact, verrijk en waar kan, versnel. Kijk per kind wat het nodig heeft en stel dit waar nodig bij. Dit is een continue proces.
𝑨𝒍𝒔 𝒐𝒖𝒅𝒆𝒓; heb je de taak om kritisch naar je kind te blijven kijken en eventuele bevindingen en veranderingen in bijvoorbeeld gedrag terug te koppelen aan school.
De hele schoolse opvoeding van het hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde kind ligt niet alleen op school, het is een samenspel tussen ouder(s), kind en leraar. Ik noem dit hele proces ook wel eens balanceren op een koord omdat het allemaal zo nauw komt en het de hele tijd aan veranderingen onderhevig is.